Wat zijn broeikasgassen?
Laten we beginnen bij het begin. Broeikasgassen zoals CO₂ en methaan maken onderdeel uit van onze atmosfeer en hangen dus in de lucht die we inademen. Deze lucht bestaat normaal gesproken voornamelijk uit stikstof (79%) en zuurstof (21%). Minder dan 0,1% van de atmosfeer bestaat uit broeikasgassen. 0,1% dus. Is het dan zo erg als dat ietsje hoger wordt? Het antwoord is ja. Vergelijk het met die keer dat je een klein heet pepertje aan je grote pan groene curry toevoegde. De peper mag wel klein zijn, maar kan er gemakkelijk voor zorgen dat je alsnog zwetend aan de eettafel zit.
Zoals met alles in de natuur, hebben ook deze gassen een belangrijk doel, en we mogen blij zijn dat we ze hebben. Zonder broeikasgassen zou de gemiddelde temperatuur op aarde zo’n 32 graden Celsius kouder zijn dan nu. Afhankelijk van de locatie, zou de gemiddelde temperatuur tussen de 14 en -18 graden liggen. We mogen dan wel veel klagen over de kou in Nederland, maar dankzij broeikasgassen hebben we het eigenlijk zo slecht nog niet. Maar, als minder broeikasgassen dus meer kou betekent, dan betekent meer broeikasgassen ook minder kou. Oftewel: de aarde warmt op.
Een hetere planeet, door onze eigen uitstoot
Aan het einde van de 18e eeuw werd de motor uitgevonden. Dit betekende de start van de industriële revolutie. De kracht van machines en motoren bracht grote veranderingen teweeg. Er werd massaal geproduceerd, geconsumeerd, gebouwd en vervoerd. Zonder deze revolutie had het leven over de hele wereld er totaal anders uitgezien als nu, maar het is ook de reden voor een extreme toename van CO₂ in de atmosfeer.
Hoe zorgen broeikasgassen voor klimaatverandering?
De verstoorde balans op aarde
Nu al zien we de effecten van onze uitstoot op het klimaat. De toename van extreem en wisselvallig weer, droogtes, overstromingen, orkanen, is gevolg van de opwarming van de aarde. Op onze planeet is alles perfect op elkaar afgestemd om mens, dier en natuur te laten floreren. Dit evenwicht is echter ook kwetsbaar. De verandering van één onderdeel van dit immense, onderling verbonden web kan een domino-effect teweegbrengen en uiteindelijk gebieden beïnvloeden die op het eerste gezicht helemaal niet met elkaar verbonden lijken.
Dat de aarde opwarmt, betekent niet noodzakelijk dat het meteen overal warmer wordt. Maar de opwarming van de aarde veroorzaakt wel het veranderende klimaat dat we nu al ervaren. Er is een groot verschil in hoe de opwarming wordt verdeeld. Waar het rond de evenaar een graad opwarmt, warmen de Noord- en Zuidpool 12 graden op. Je hoeft geen wetenschapper te zijn om te bedenken dat een opwarming van 12 graden niet goed is voor een ecosysteem met sneeuw en ijs.
De stijgende temperatuur op aarde sinds 1850
Veel ecosystemen, zoals koraalriffen, zijn veel gevoeliger voor temperatuurveranderingen dan bijvoorbeeld mensen. Dit soort ecosystemen is traag in het aanpassen aan veranderingen in het milieu. Koraalriffen verbleken, wat funest is voor het leven in de zee.
Alle gevolgen van klimaatverandering en ons eigen handelen, zoals de smeltende ijskappen, de woestijnvorming in Afrika, de ontbossing van regenwouden, hebben ernstige gevolgen voor het leven overal ter wereld. Dier- en plantensoorten sterven uit, mensen moeten migreren omdat grote gebieden onbewoonbaar worden, virussen en ziekten verspreiden sneller, oogsten mislukken en bosbranden komen vaker voor.
Wat kunnen we doen om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen?
Met zijn allen aan de bak. We moeten onder de 1,5°C opwarming blijven om de ergste gevolgen van klimaatverandering te voorkomen en daarvoor moeten landen klimaatneutraal/nul-uitstoot worden. Consumenten, overheden en bedrijven hebben daar allen een rol in te vervullen. Wij doen dit bijvoorbeeld door ons te committeren om voor 2030 volledig CO₂-neutraal te werken. De eerste stap daarin was het compenseren van onze eigen uitstoot sinds oprichting.
Met zijn allen maken we het verschil door niet langer fossiele brandstoffen te verbranden, maar gebruik te maken van de eindeloze, schone alternatieven die we hebben. Voor de natuur is de zon altijd al de grootste energieleverancier geweest. Het is onze schoonste en meest toegankelijke bron, geeft de meeste energie en is de kern van het leven op aarde. We kunnen van de zon binnen tien jaar weer de grootste energiebron kunnen maken. Doe je mee?